Jaren geleden vergeleek een vriendin het menselijk lichaam met een huis. Een huis dat bestaat uit een woonkamer, gezellig ingericht en waar de kachel lekker warm brand èn een zolder waar het koud is en tamelijk ongezellig. De warme en cosy woonkamer vertegenwoordigt ons gevoel en intuïtie. De zolder ons hoofd en onze gedachten.

In deze maatschappij, in onze westerse wereld leven wij veel op zolder.

Hoe komt het toch dat we ervoor kiezen op een koude zolder te wonen in plaats van in de warme, gezellige huiskamer? Waarom doen we dit? Terwijl de meesten snakken naar meer kunnen leven vanuit gevoel.

Ons gevoel spreekt de waarheid, altijd. Dat is je intuïtie, onze huiskamer. In ons hoofd zit de interne criticus, die veel kapot beredeneert, veel plat slaat en vaak negatief is. Onze gedachten zijn zo sterk dat we ons gevoel niet meer voelen.

Ik ben een enorm gevoelsmens. Mijn hele leven roep ik dat ze me net zo goed geen verstand hadden kunnen geven omdat ik dat toch niet gebruik. (ik chargeer…) Toen ik als trainer/coach in loondienst ging werken en ik vele trainingen moest ‘copy-pasten’moest ik mijn hoofd wel inzetten anders had ik het niet gered. Mijn gevoel daar in tegen heeft in die 5 jaar vanaf dag 1 hard (heel hard) op de deur gebonkt en ik heb het zo goed en zo kwaad mogelijk genegeerd.

Het was toch een goede baan? Ik vond het trainen en coachen fantastisch en ik leerde er veel. Dus, niet zeuren gevoel.

Maar mijn gevoel bleef op de deur bonken. Natuurlijk! Mijn intuïtie wist onmiddellijk dat dit niet de organisatie was die bij mij paste. Ondanks dat ik veel leerde, ondanks dat het een goede baan was. Er werd aan al mijn kernwaarden geknabbeld. Let wel, ik liet hier aan knabbelen! Mijn buitenkant klopte helemaal niet met mijn binnenkant. En mijn gevoel waarschuwde me, voortdurend.

Ik zocht naar verbetering. Iedereen (bijna iedereen) zoekt in zijn of haar leven naar verbetering.

Maar bij verbetering hoort verandering. En daar gaat het mis. Hier zijn we namelijk niet zo goed in; veranderen.

Ik hoor vaak mensen zeggen ‘het is toch goed zoals het is, waarom verbeteren’? Het zit hem niet in de verbetering, het zit hem in de verandering die het van je vraagt. Daar zit je niet op te wachten. ‘Dus laat die hele verbetering daarom maar lekker zitten’, zegt de interne criticus.

Uiteraard wilde ik verbetering maar die verandering had nogal wat voeten in de aarde. Ik had inderdaad een goede baan, een hele goed baan, ik vond het trainen fantastisch en ik genoot van het 1 op 1 coachen. Ik leerde er veel. Waar zou ik anders weer zo’n goede baan krijgen? Het liefst wilde ik ondernemer zijn maar zou vast niet lukken. Hoe moet het dan met de hypotheek? En, en, en, ja maar, ja maar, ja maar….Mijn interne criticus deed ontzettend zijn best.

‘Je bent wel gek’, gebruik toch je verstand’. Dit is precies wat de interne criticus tegen je zegt.

We zijn pas bereid te veranderen als de noodzaak heel hoog is. Op een gegeven moment was voor mij de noodzaak héél hoog. Ik kon mezelf niet meer in de spiegel aankijken. Ik liet me zoveel zeggen en ik liet zoveel gebeuren. Ik was er ziek van. Al 5 jaar lang. Ik kon mezelf niet meer serieus nemen. Uiteindelijk heb ik het lef gehad om ontslag te nemen. Echt een sprong in het diepe. Mijn gevoel won van de interne criticus. Eindelijk, na 5 jaar.

Hoe groot is de noodzaak voor jou om te veranderen? Ik hoop minder groot dan de mijne destijds.

Je interne criticus zegt misschien dat die noodzaak helemaal niet groot is. ‘Allemaal flauwe kul’. ‘Het is meer dan goed zoals het is. Je hebt het goed, je doet het maatschappelijk goed, je kunt alles doen wat je wilt’. ‘Dus geen reden om te veranderen’. ‘Je weet wat je hebt’. ‘Ga je serieus alles op zijn kop gooien?’ ‘Je hebt geen idee waar het schip binnenloopt’. (het schip loopt niet vast, het loopt altijd ergens binnen)

En dus schuiven we onze droom of wens vooruit. En telkens plopt de droom of wens weer op en schuif je hem weer vooruit. Later, als de tijd rijp is… Of stiekem hoop je misschien dat een ander voor jou de beslissing neemt.

Ondertussen knaagt het en het knaagt steeds harder en regelmatiger. Weet je wat er knaagt? Jouw droom, jouw wens. Die zit in de verdrukking. Dat vindt jouw droom of wens niet fijn.

Je bent pas bereid te veranderen als de noodzaak heel hoog is. Omdat het dan niet meer goed voelt. Echt niet meer goed voelt.

Ga je echt wachten totdat het helemaal niet meer goed voelt? Ga je wachten totdat een ander voor jou de beslissing neemt? Wat doe jij?

Steun ons!